Bij ons op de praktijk beschikken wij over een ruim laboratorium waar wij verschillende testen uit kunnen voeren. Hieronder volgt een korte uitleg van onze onderzoeksmogelijkheden van verschillende weefselonderzoeken zoals bloed, ontlasting- en urineonderzoek.

Bloed

Soms is aanvullend onderzoek nodig om een goede diagnose te kunnen stellen van uw huisdier. Om een beter beeld te kunnen krijgen van de conditie of aandoening is het soms nodig om bloed af te nemen bij uw huisdier. Wij nemen bloed af van honden en katten, maar ook van een vogel of konijn. Onze hoofdvestiging aan de Vreding heeft een modern, uitgebreid laboratorium waarin we verschillende waarden uit het bloed kunnen meten. Het grootste deel kunnen we dus zelf bepalen binnen onze praktijk, snel en gemakkelijk. Soms moet het bloed echter doorgestuurd worden naar een laboratorium elders, voor specifieke bepalingen zoals DNA of bepaalde vogelziekten.

Wat kunnen we zelf meten uit het bloed in onze eigen laboratorium?

Skyla: Via de ‘Skyla’ kunnen we de grootste vitale organen controleren. We meten o.a. de lever- en nierfuncties, eiwitten, glucose en natrium-kalium.

Cube: Met de ‘Cube’ kunnen we o.a. sdma waarde van uw hond of kat vaststellen. Het phenobarbital- gehalte (epilepsie) in het bloed van uw huisdier bepalen.

Smart: Met de ‘Smart’ kunnen we bepalen of er een ontstekingsbeeld in het bloed te zien is, we kunnen meten hoeveel bloedplaatjes, witte- en rode bloedcellen er aanwezig zijn. Tevens kunnen we zien of uw dier bloedarmoede heeft.

FelV-FIV test: Met een ‘snel-test’ kunnen we heel snel vaststellen of uw kat besmet is met het kattenleukemievirus of kattenaids.

Urine onderzoek

Urineonderzoek wordt regelmatig gebruikt als aanvullende onderzoek om een diagnose te krijgen. Wij kunnen het volgende in de praktijk voor uw huisdier onderzoeken.

Soortelijke gewicht
De waarde van het S.G. (soortelijk gewicht) vertelt iets over de mate waarin uw huisdier zijn/haar urine kan concentreren. De nieren spelen een belangrijke rol in het concentreren van de urine. Om deze reden kan het S.G. een indicatie geven over het functioneren van de nieren. Maar ook of hij/zij veel of weinig water drinkt.

Chemische samenstelling
Deze test meet o.a. de aanwezigheid van bloed en eiwitten in de urine. Daarnaast meet het o.a. de pH waarde en het glucosegehalte van de urine. Deze waarden samen kunnen belangrijke aanwijzingen geven bij het vaststellen van bijvoorbeeld een blaasontsteking, vermindering van de nierfunctie en/of diabetes.

Urinepreparaat
Door een microscopisch preparaat te maken van het bezinksel uit de urine krijgen we een beeld welke cellen en/of stoffen zich in de urine bevinden. Zo kunnen in een dergelijk preparaat mogelijk bloed- en/of ontstekingscellen aangetroffen worden. Daarnaast geeft een urinepreparaat ons de mogelijkheid de urine te onderzoeken op de aanwezigheid van blaasgruis. Bij blaasgruis kunt u denken aan b.v. struviet kristallen. Blaasgruis (kristallen) kunnen ontstaan in de urine door een combinatie van voeding, urine volume en de pH waarde. Blaasgruis kan diversen problemen veroorzaken bijvoorbeeld een blaasontsteking of verstopping van de blaasbuis. Maar blaasgruis (kristallen) kan ook een aanwijzing zijn voor blaasstenen.

Wilt u de urine van uw dier langs brengen voor onderzoek? Dit kan alleen op de hoofdpraktijk aan de Vreding in Emmen, op werkdagen voor 17.00uur. Houdt u er rekening mee dat de urine zo vers mogelijk moet zijn voor een betrouwbare uitslag. Kunt u de urine niet direct langs brengen dan mag de urine tot 8 uur lang in de koelkast bewaard worden.

Ontlastingsonderzoek

Algemeen onderzoek van de ontlasting. Door naar de uiterlijke kenmerken van de ontlasting te kijken kunnen we al veel informatie verkrijgen. We kijken dan o.a. naar:

• Hoeveelheid en frequentie
• Kleur
• Consistentie en vorm
• Geur
• Vreemde bestanddelen

Microscopisch onderzoek
Met behulp van microscopisch onderzoek kunnen we onderzoeken of uw hond, kat, konijn of vogel last heeft van maag-darmparasieten. Ook al leven onze huisdieren in de meest hygiënische omstandigheden, ze kunnen dan alsnog last hebben van maag-darmparasieten. Dieren kunnen daar ernstig ziek van worden met als klachten; ernstige diarree met slijm of bloed erin, braken of een slechte conditie. Meestal is een microscopisch onderzoek van de ontlasting dan nodig om de aanwezigheid van darmparasieten vast te stellen.

We kunnen in onze praktijk verschillende ontlasting onderzoeken doen.

• Op wormeieren en coccidiose met microscopisch onderzoek (van 1 dag ontlasting)
• Op giardia met een sneltest (van 3 dagen ontlasting)
• Wormen
• Flagelaten
• Kleuringen

Soms kan de dierenarts ook zo vaststellen of een dier is besmet met wormen, omdat ze dan met het blote oog te zien zijn. Bijvoorbeeld lintwormen, er hangen dan kleine witte “rijstkorrels” aan de haren rond de anus, of bij pups die spoelwormen uitbraken. Jonge dieren worden tijdens de dracht door het moederdier besmet met wormen. De meest voorkomende wormen die we bij de hond en kat aantreffen zijn spoel- en lintwormen. Het is belangrijk om uw dier goed te beschermen tegen wormen. Adviezen betreft ontworming van uw huisdier is de laatste jaren erg aangepast. Sommige dieren dienen elke maand al ontwormd te worden.

Vraag gerust aan de assistente om een goed passend ontwormingsschema voor uw huisdier.